Repository en consistentiecontroles

Het repository is een databank die geaggregeerde gegevens over gebruikersactiviteiten bevat en in Backup Agents verschijnt. Het repository is rechtstreeks toegankelijk en maakt selectieve gegevensextractie en -opslag mogelijk om het aantal rechtstreekse verzoeken aan de toepassingscomponenten te beperken. Het repository draait op een SQLite-databank.

Veranderingen in het interne archief hebben geen invloed op de opslaginhoud van gebruikers.

Repository beheren

1. Start de Back-up Agent.
2. In het toepassingsmenu, selecteer Opties.
3. Ga naar het tabblad Repository.

De volgende opties zijn beschikbaar:

• Verklein database. Deze optie houdt in dat de grootte van de archiefdatabase op schijf wordt verkleind. Om de database te verkleinen, klik op Database verkleinen.
• Verander de locatie van de archief database. Specificeer het pad naar een nieuwe databanklocatie in het veld Locatie of blader naar de gewenste map met de … knop.
• Waarschuwing voor weinig schijfruimte. Om een melding van lage schijfruimte te specificeren, schakelt u het selectievakje Waarschuwing lage schijfruimte inschakelen in, en specificeert u de drempel met behulp van het spindoosje Drempel.
• Opslagplaats synchroniseren. Met deze functie kunt u back-upinstellingen synchroniseren tussen cloud-opslag en de lokale opslag. Om de opslagplaats te synchroniseren, klikt u op Repository synchroniseren, selecteert u de cloudopslagaccount die u wilt synchroniseren en klikt u vervolgens op Nu synchroniseren. Wanneer u klaar bent met de repository-instellingen, klikt u op Toepassen.

Consistentie Controles

De consistentiecontrole maakt het mogelijk gegevensverlies te voorkomen (bijvoorbeeld als sommige bestanden in uw back-upopslag corrupt zijn geworden, of als u uw lokale NAS-apparaat vervangt door uw back-upopslag). Zodra een discrepantie is gedetecteerd, ontvangt u een passende melding.

Een andere gebruikelijke aanpak voor consistentiecontrole is het gebruik ervan na het uploaden van meerdere back-ups van verschillende computers naar dezelfde emmer/container met dezelfde back-upprefix.

Het regelmatig uitvoeren van consistentiecontroles wordt sterk aanbevolen om de integriteit van de gegevens in uw back-ups te waarborgen.

U kunt een consistentiecontrole handmatig of volgens schema uitvoeren.

Consistentie Controles configureren

1. Start de Back-up Agent.
2. Selecteer in het menu Agent de opslagaccount waarop de consistentiecontrole moet worden toegepast.
3. Ga naar het tabblad Consistentiecontrole.
   
4. Geef het coderingswachtwoord op en bevestig het, voor het geval uw back-upplannen gecodeerde gegevens bevatten.
5. Geef de schema-instellingen op. De volgende opties zijn beschikbaar:
   • Geen schema. Selecteer deze optie als u de consistentiecontrole handmatig wilt uitvoeren.
   • Specifieke datum. Selecteer deze optie als u de consistentiecontrole één keer wilt uitvoeren, op een bepaalde datum en tijd. Specificeer vervolgens datum en tijd van de consistentiecontrole.
   • Terugkerend. Selecteer deze optie als u de consistentiecontrole op regelmatige basis wilt uitvoeren. Specificeer vervolgens het schema voor de consistentiecontrole.
6. Als u de consistentiecontrole onmiddelijk wilt uitvoeren, klikt u op Nu uitvoeren.
7. Als u klaar bent met de instellingen voor de consistentiecontrole, klikt u op OK.